Catania
Catania: de tweede grootste stad van Sicilië,
wordt poëtisch beschreven als “de dochter van de Etna “.
Gesticht door de Grieken in 729 voor Christus en zeven keer door lavastromen bedekt. Vandaar dat de overblijfselen uit de oudheid zich nu onder het huidige straatniveau bevinden. Zelfs de middeleeuwse stad bestaat niet meer.
De huidige stad, nu als een levendige, industriële en commerciële, is de barokke stad van de 18de eeuw, herbouwd na de volledige vernietiging door lavastroom en aardbeving in de 17de eeuw.
Gesticht rond 729 vr Christus door Naxos. Het werd al snel een rijke en welvarende gemeenschap. Het had zijn eigen wetten, die door vele Griekse steden van Sicilië werden aanvaard. Catania sloeg ook zijn eigen munt.
Als eerste stad in Sicilië ingenomen door de Romeinen, werd het onder hun heerschappij één van de meest bevolkte van het eiland.
In 535, toen generaal Belisarius kwam, werd ze toegevoegd aan het Oost-Romeinse Rijk, dit totdat, in 902 Catania veroverd en geplunderd werd door de Saracenen.
Dan werd deze stad vervolgens doorgegeven aan de Noormannen, waarvan Frederik II, de briljante zoon van Hendrik VI, de stad herbouwde en dicht bij de haven voorzag hij ze van een sterke burcht. Onder zijn bewind en later onder de Aragonezen, genoot Catania van een periode van welvaart.
Het was daar dat Alfonso I de eerste universiteit in Sicilië stichtte en deze stad werd al snel een economisch en wetenschappelijk centrum.
De elegante hoofdstraat “Via Etnea”, genaamd naar de vulkaan, bevat drie belangrijke pleinen: het kathedraalplein, het universiteitsplein en “Piazza Stesicoro”: het economische centrum. De beroemde vis- en groentemarkt nodigen u uit voor een wandeling.
In het midden van het domplein hebben we het stadssymbool in een standbeeld van een olifant in lavasteen met een egyptische granieten obelisk op de rug, die doet denken aan de olifant van Bernini in Rome.
Oorspronkelijk dateert de kathedraal uit de Normandische tijd tijdens het bewind van Roger I. Binnenin de kerk vinden we de kapel van de Heilige Agatha, de patroonheilige van de stad, die wereldbekend is en jaarlijks in begin februari wordt gevierd.
Ook nog een eenvoudig maar belangrijk monument is het sarcofaag van de componist Vincenzo Bellini (1801-1835), die in de negentiende eeuw samen met Rossini en Donizetti, zijn stempel op de Italiaanse opera heeft gedrukt. Onder zijn meest opmerkelijke werken, die vol charme, stijl en dramatische expressie zijn en die nog vandaag gezongen worden zijn “La Sonnambula“, “La Norma” en “I Puritani” de bekendste.
Een ander belangrijk personage is Giovanni Verga (1840-1922), naturalistische schrijver en promotor van het realisme. Hij beschrijft voornamelijk zijn Siciliaanse vaderland en het landelijke leven. De “Cavalleria Rusticana” omgevormd door Pietro Mascagni in een libretto voor de opera die steeds groot succes heeft behaald.